De muzikaal begaafde Anna Witsen woont op een familielandgoed de Ewijkshoeve aan de Lage Vuursche. Het verhaal speelt zich grotendeels af in deze villa en in Amsterdam.

Anna wil zangeres worden, maar haar stand bewuste vader Jan Jonas en haar starre, bekrompen zus Coby doen er alles aan om haar voornemen te dwarsbomen. Van haar broer Willem als ook van haar zangleraar en begeleider Julius Röntgen vindt zij de steun om haar ideaal te blijven nastreven. Het wordt in haar patricische milieu onfatsoenlijk geacht indien een dochter des huizes muziek als uitvoerend beroep kiest.

De Duits-Nederlandse componist Julius Röntgen werd in 1855 in Leipzig geboren. Hij verhuisde in 1877 naar Amsterdam en trouwde met de begaafde Zweedse violiste en componiste Amanda Mayer.

Als componist, pianist, dirigent, concertorganisator en pedagoog heeft hij een grote stempel op het Nederlandse muziekleven gedrukt.

Het verhaal van Arthur Japin wordt omlijst met muziek en beelden uit het boek. Het Ottomani Strijkkwartet, de mezzosopraan Florieke Beelen en de pianist Bas Verheijden spelen werken van E. Grieg, F.Lizt, J.Röntgen en R. Schumann.

Ook zal er een jong talent violiste een aandeel in het programma krijgen.